Stilte, wat hoor ik daar? Even snel kijken wat er gebeurd. Alles moeten weten. Het is onbewust, het is er zo ingegroeid van vader op zoon. Iedereen kennen, zoveel mogelijk weten. Niet vanuit kwade bedoelingen maar vanuit nieuwsgierige gewoonte. Van achter het glas gordijn, tussen bloempotten door kijken naar wat er op straat gebeurd. Er overal als de kippen bij willen zijn. Iets horen en niet zien is opstaan uit de luie stoel en voor het raam gaan staan. Niet bevredigend genoeg, niks te zien dan naar buiten. Te laat, maar er zijn er meerdere gegadigden. “Zeg wat was dat nou net?” Roddelen zonder kwade bedoeling. “Weet je het al van d´n die en de die? Van wie is dat er een? O ja dat heb ik gehoord ja. Weet je….”.
Zelfs de hond doet mee. De hond hoort geluid, op naar het baasje, sprong op schoot, poten op het venster en snuit tegen de raam. Een beeld wat ik me zo helder kan voorstellen dat ik het bijna kan aanraken. Mijn opa met zijn inmiddels overleden hond vanuit de stoel die naast het raam met glasgordijnen staat. Mijn vader die moet opstaan vanuit zijn stoel in de erker omdat hij over de beplakking van het raam moet kijken. Mijn broer die vanuit de keuken opstaat tijdens het eten door een geluid op straat. Kijkend de woonkamer in vormt hij een schim. Want eigen privacy wordt goed bewaard. Ik weet nooit over wie ze het hebben, ken al die mensen niet. Wil ik ook niet, maar vooral mijn opa denkt dat ik net zo op de hoogte ben als dat hij is en hij verteld maar en verteld maar. Ik heb geen idee maar ik luister maar want als het hier niet over gaat dan gaat het over sport. Sport kijken en als sport anderen bekijken. Het is een soort overleving, natuurlijke drang die ik niet heb mee gekregen. Ik vind het moeilijk om zo open voor het raam te staan. Zichtbaar voor de ander in de vorm van jezelf of een schim ervan. Vanuit de bank denk ik wel eens pa ga nou zitten.
Een aantal jaren geleden dacht ik dat dit een dorps kenmerk was en ik verhuisde naar Rotterdam voor mijn studententijd. Ik woonde in het rustige gedeelte bij het Kralingse bos. Niet te stads want dat zou een cultuur schok zijn geweest. Ik leefde er vrij anoniem had ik het idee. Bovenaan in een flat. Met meerdere op een gang. Dat was toch privacy delen door 1 wc, douche, koelkast, keuken enz. Maar deze privacy deling was een gewoonte die bij mijn studententijd hoorde en die ik voor geen goud had willen missen. Op het laatst zat ik als enig meisje tussen 5 jongens. Ik vermaakte me prima maar de uitnodiging samen naar de wekelijkse porno film te kijken heb ik afgeslagen. “Ja maar het zijn deze week vrouwen die het met elkaar doen dus dat vind jij ook leuk, nou nee dat doet me niks.” Niet willen geloven die kerels. Het is een fase in mijn leven geweest, want toen ik afgestudeerd was en een baan kreeg begon ik me soms te irriteren aan de stapels afwas en troep die iedereen achter liet. Ik begon te verlangen naar iets voor mezelf en samen met mijn partner.
We kochten een huis in Breda waar we nu wonen. Zeker in het begin heb ik die kerels, de rommel, de gezellige praatjes over soms erg privacy gevoelige dingen gemist. Wat nu rest is de irritatie aan mijn eigen stapel afwas. Ik woon nu aan de rand van een volksbuurt. Een dorp in een stad. Want ook hier kent iedereen elkaar. Weer is het zo dat ik niemand ken maar iedereen kent mij. Nou ja kennen. “die pot doet iets met kunst of zo” . We zijn niet echt geliefd in de straat. We lijken wel enge besmettelijke aliens. We worden soms letterlijk na geroepen of toegezongen door onze zatte buurman vanuit zijn tuin. “Potte ole ole alo”. In het begin waren er veel mensen bij ons aan het helpen tijdens de verbouwing. De buren waren aardig tot ze ontdekte wie er nou eigenlijk kwamen wonen. 2 vrouwen, niet verwacht. Ik ben iemand van het directe contact met mensen. Beoordelen zonder kennen is niet echt mijn ding. Ik doe in mijn privé geen moeite meer om mensen te leren kennen waarbij dit niet wederzijds is. Ik sluit me soms af voor bepaalde dingen. Ik wil in de straat met rust gelaten worden en houd me er dan ook niet mee bezig.
De afgelopen periode ben ik ze aan het bespieden geweest door gaten en kieren. Doodeng vond ik dit. Grens verruimend. Deze week ben ik bezig geweest om voor het open raam te gaan staan om foto´s te maken. Zo vader zo dochter? Verschrikkelijk, kreeg er een erg vervelend gevoel bij. De kleine camera zonder statief maakte hier geen verschil in. Dan maar vanuit de andere kant van de kamer als een schim. Het past gewoon niet bij me. Is het de setting? Ik denk dat het vooral is dat ik in mijn eigen huis privacy wil. Wat je zelf niet oké vind dat andere dit doen doe je zelf ook niet. Maar mijn opa, vader en broer doen het niet bewust. Een gewoonte, drift. Ik ben natuurlijk nu wel bewust bezig, leg het ook vast. Misschien is dat het belangrijkste verschil. Overeenkomst dat het ook bij mij geen kwaad berust.
Maar het indirecte spel van bekijken en bekeken worden waarbij je een vorm van transparantie krijgt is in deze setting veranderd en onprettig geworden in vergelijking met de treinramen, auto spiegels enz. Te direct. Anderen bekijken, vast leggen zonder contact. Ik heb me proberen te verplaatsen in mijn opa, vader en broer en dit in het kader van de opdracht proberen vast te leggen.
29-11-2007
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
1 opmerking:
Ik heb met interesse je artikel gelezen en kan me hier wel in herkennen.omdat ik uit een klein dorp kom en achteraf heb gewoond was het altijd wel interessant als er iets in de buurt gebeurde. Ik denk dat het er automatisch ingeslopen is om alles in de gaten te houden, want ik doe het niet echt bewust. in een klein dorp kent men iedereen, dus is het wel interessant om op de hoogte te blijven, maar nu ik in een groter dorp woon waar ik niet iedereen ken, ga ik toch nog geregeld naar het raam om te kijken of er iets te zien is, al is het niet zo gek dat ik een verrekijker pak, en ik heb er verder geen kwade bedoelingen mee.
groetjes je vader
Een reactie posten